S. Looijen (UMC Utrecht)

Hoe en wanneer doorverwijzen voor CXL?

Doel:
Het geven van praktische informatie aan de optometristen in de eerste lijn over het monitoren van progressie bij keratoconus en het bepalen van het moment van doorverwijzing naar een kliniek waar crosslinking behandelingen plaatsvinden.
Methode:
Presentatie met veel voorbeelden uit de praktijk. Eerst wordt de crosslinkingbehandeling kort besproken. De focus van de presentatie ligt met name op het bespreken van corneatopografie-beelden en het vergelijken van deze beelden over de tijd. Ook worden andere factoren uiteengezet die bijdragen aan de noemer ‘progressie’ van keratoconus. Hoe en wanneer doorverwijzen is het laatste onderdeel van deze presentatie.
Resultaten:
Na deze presentatie heeft de optometrist in de eerste lijn een beter beeld bij het progressief noemen van keratoconus en is duidelijk wanneer en hoe er doorverwezen kan worden.
Conclusie:
Praktische tools om progressie van keratoconus te bepalen en uitleg over wanneer er doorverwezen kan worden naar een crosslinking kliniek.

CV

Sophie Looijen werkt sinds 2013 als intramurale optometrist in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Ze houdt zich onder andere bezig met het uitvoeren van crosslinking behandelingen en draait een zelfstandig keratoconus spreekuur. Daarnaast voert zij samen met een oogarts een glaucoomspreekuur uit, ze begeleidt optometrie studenten en geeft refractielessen aan de oogartsen in opleiding. Hiernaast werkt zij sinds 2012 ook extramuraal in de optiekbranche bij Van Eijken optiek in meerdere vestigingen.