J.R. Polling (Hogeschool Utrecht (onderdeel van HU olv M van Tilborg))

De progressie van myopie voor de leeftijd van 25 jaar: De DREAM studie

Doel:
De prevalentie van myopie neemt wereldwijd toe en behandelopties om progressie te remmen zijn momenteel in ontwikkeling. Voor het optimaliseren van de behandeling is kennis over het natuurlijke verloop van myopie progressie van belang. Het doel van deze studie is om de normale progressie in beeld te brengen en risicofactoren te bepalen voor het ontwikkelen van hoge myopie. 

Methoden:
De "Drentse Refractive Error And Myopia Study (DREAMS)" verzamelde retrospectieve gegevens vanaf 1988 in een database van 14 opticiens in het noorden van Nederland. In aanmerking voor analyse kwamen personen met een meting vóór de leeftijd van 25 jaar en ten minste twee refractie bepalingen met 1 jaar interval. Onset van myopie werd gedefinieerd als eerste bril met een Sferische Equivalent van Refractie (SER) tussen -0.5 en -3.0 D. verschillen in SER tussen de leeftijd van begin groepen werden getest met ANOVA en chi square. 

Resultaten:
In totaal hadden 2555 personen ten minste twee metingen met een gemiddelde follow-up van vier jaar (range 1-22 jaar). Kinderen met een onset van myopie voor de leeftijd van 10 had een significant negatiever gemiddelde SER (-4.72D; SD 1.61) op volwassen leeftijd (>22 jaar) dan met een onset na het 10e jaar. (P < 0.001). Van 1022 personen was de volwassen refractie maar ook de onset van myopie bekend. Van alle kinderen met een myopie onset van 10 jaar of jonger werd bij 19,4% een SER van -6D of meer gemeten, dit bleek significant minder te zijn dan wanneer de myopie later was ontstaan. (P < 0,001). De jaarlijkse progressie was het hoogste vóór de leeftijd van 10 en verminderde na het 15e jaar (-0.39D/jaar ?0.33 vs. -0.11D/jaar ?0.20). . 

Conclusie:
Myopie onset op jonge leeftijd en snelle progressie van SER zijn belangrijke determinanten van hoge myopie op volwassen leeftijd. Op de leeftijd van 22 had 19.3% van de personen met een myopie onset voor de 10e jaar een hoge myopie. Progressie neemt af met de leeftijd. De gepresenteerde risicoprofielen en progressie curves kunnen als indicator worden gebruikt bij de behandeling van Nederlandse kinderen voor myopie progressie.

CV

Jan Roelof Polling studeerde in 1998 af als orthoptist en is momenteel hoofddocent orthoptie aan de Hogeschool van Utrecht, Nederland. In 2019 zal hij zijn proefschrift over de ontwikkeling en behandeling van myopie voltooien. Eén van de belangrijkste onderwerpen van zijn promotietraject is de behandeling van myopie progressie door middel van atropine oogdruppels. Jan Roelof was negen jaar vertegenwoordiger van Nederland van de International Orthoptic Association (IOA) in 2018 werd hij tot president gekozen. In zijn klinisch werk is hij naast orthoptist ook betrokken bij het myopie controle centrum in het Erasmus MC.